September is dé maand voor groenbemesters. Na de oogst van graan, aardappelen of groenten blijft een perceel vaak vrij. Juist dan kiezen veel telers voor een groenbemester: om voedingsstoffen vast te houden, het bodemleven te voeden en de grond sterker de winter in te laten gaan.
Maar net als bij je hoofdteelten geldt: de start bepaalt het succes. Een groenbemester die snel opkomt, stevig wortelt en het bodemleven activeert, levert het meeste voordeel op. En daar kunnen biostimulanten een belangrijk verschil maken.
Groenbemesters zijn gewassen die je zaait om de bodemkwaliteit te verbeteren. De meeste werk je in de bodem vóórdat je in het voorjaar weer een hoofdteelt zaait of plant. Zo geven ze hun voedingsstoffen en organisch materiaal terug aan de grond. Sommige groenbemesters, zoals rogge of klaver, blijven staan tot het voorjaar. Dit zijn de voordelen van groenbemesters:
Of je nu kiest voor gele mosterd, bladrammenas, rogge, klaver of een mengsel: groenbemesters werken alleen optimaal als ze een goede startfase doormaken.
De eerste weken bepalen of je groenbemesters doen wat je van ze verwacht. Een traag of ongelijkmatig gewas levert minder wortelmassa en laat open plekken achter. Het gevolg: minder binding van stikstof, minder organische stof en meer kans op onkruid.
Komen ze daarentegen snel en krachtig op, dan profiteer je het hele seizoen:
Kortom: een vlotte jeugdgroei maakt het verschil tussen een zwak en een sterk resultaat.
Biostimulanten zijn geen kunstmest, maar natuurlijke hulpmiddelen die het jonge gewas en het bodemleven ondersteunen. Bij groenbemesters zijn er drie manieren waarop ze waarde toevoegen:
Groenbemesters voeden de bodem, maar dat lukt alleen als het bodemleven actief is.
Vooral op lichte zandgronden of percelen met mindere structuur is dit een waardevol duwtje in de rug.
Het najaar is vaak grillig: warme dagen, frisse nachten en wisselende neerslag zorgen voor stress in de beginfase.
Ook bij groenbemesters is stevigheid belangrijk.
Biostimulanten werken het beste als je ze op het juiste moment inzet. Het gaat niet om zoveel mogelijk toepassingen, maar om de juiste keuze op het juiste moment. Afhankelijk van het perceel en de omstandigheden kun je ze op de volgende manieren effectief gebruiken:
In een warme, vochtige bodem werkt de toepassing beter dan in koudere of drogere omstandigheden. Kies bovendien liever één goed getimede toepassing dan meerdere losse acties zonder plan.
Ook bij groenbemesters gaat het niet altijd vanzelf. Er zijn een paar valkuilen die je opbrengst kosten en de werking van het gewas beperken:
Groenbemesters laten hun volle waarde pas zien als ze krachtig uit de startblokken komen. Biostimulanten helpen daarbij: ze activeren het bodemleven, ondersteunen een gelijkmatige jeugdgroei en zorgen voor een vitaler gewas dat de bodem optimaal voorbereidt op het nieuwe seizoen. Verlies daarbij de basis niet uit het oog. Zaai op tijd, zorg voor de juiste zaaidichtheid en bied je gewas goede bodemcondities.
Wil je weten welke toepassing het meeste rendement haalt uit jouw groenbemesters en perceel? Wij denken graag met je mee!